Inleiding | Programmabegroting 2021

Voor u ligt de 'totaalbegroting' 2021-2024 van de gemeente Almere

U heeft op 18 juni 2020 de motie 'zero based budgetting' (motie RG-127/2020) aangenomen. In de motie vraagt u ons alle begrote uitgaven van de gemeente inzichtelijk te maken. En dus niet alleen de veranderingen ten opzichte van vorig jaar. Voor u ligt de eerste 'totaalbegroting' van de gemeente.
Voorheen gaven we in de traditionele 'mutatiebegroting' wel inzicht in de totale uitgaven. Maar de informatie was verscholen tussen allerlei andere overzichten. Dit document laat niets anders zien dan het totaal.

Wij vinden inzicht geven in alle begrote lasten en baten erg belangrijk

Daarom maken we met deze totaalbegroting 2021 een eerste stap. We gaan dit verder uitbouwen. We willen 4 dingen verbeteren:

In deze begroting hebben wij alle activiteiten en hun beïnvloedbaarheid al toegelicht. Wij gaan de beschrijving van de begrotingsposten en de beïnvloedbaarheid specifieker maken.
We gaan aangeven of de kostenpost 'technisch' goed is onderbouwd. Houden wij bijvoorbeeld wel genoeg rekening met de groei van de stad?
We gaan aangeven wat de risico's zijn bij de begrotingsposten.

Maar dat kost tijd. We nemen hier ongeveer een jaar voor. Ons doel is om in de volgende totaalbegroting dit aan u te laten zien.

In deze totaalbegroting treft u de volgende zaken aan:

een beschrijving van alle activiteiten van de gemeente
een beschrijving van de beïnvloedbaarheid van deze activiteiten
de budgetten, gespecificeerd per programma, programmaonderdeel, activiteit en kostensoort.

We maken natuurlijk ook nog de traditionele 'mutatiebegroting'. Deze begroting is wettelijk voorgeschreven. U kunt de mutatiebegroting vinden via deze link .

We hebben de begroting als volgt opgebouwd:

de begroting bestaat uit 9 programma's
we splitsen de programma's in 60 programmaonderdelen
we splitsen de programmaonderdelen in 300 activiteiten.
Per activiteit laten we ook zien welke kostensoorten (personeel, energie, rente, afschrijving etc.) er zijn

Om het inzicht in de totaalbegroting te vergroten hebben we een toelichting per activiteit opgenomen. Ook zeggen we iets over van de mate van beïnvloedbaarheid. Belangrijk hierbij is dat deze beïnvloedbaarheid aangeeft of het mogelijk is om de beschikbare middelen anders te besteden, niet in hoeverre dit (politiek) wenselijk is.

bedragen x € 1 miljoen
programma	lasten 2021	baten 2021	lasten 2022	baten 2022	lasten 2023	baten 2023	lasten 2024	baten 2024
Bestuur, inwoners en economie	30,0	9,1	26,4	6,6	23,9	5,1	23,6	4,8
Duurzaam, leefbaar en bereikbaar	153,8	108,5	151,8	109,8	145,1	102,5	143,3	100,2
Ruimte en wonen	207,3	198,5	176,7	170,8	167,8	162,4	165,7	160,4
Zorg en welzijn	220,7	74,8	213,6	69,4	210,7	69,3	209,5	69,4
Werk en inkomensondersteuning en inclusiviteit	139,3	103,5	140,7	105,5	142,7	107,9	144,9	110,4
Onderwijs, sport en cultuur	104,0	47,9	97,6	40,0	98,6	37,8	91,5	29,3
Veiligheid	21,0	1,0	20,9	1,0	20,7	0,8	20,7	0,8
Bedrijfsvoering	70,6	1,6	70,0	1,4	68,4	1,3	68,3	1,2
Financiën	41,6	437,0	38,4	424,8	46,0	435,9	53,1	450,0
totaal	988,2	981,9	936,1	929,2	924,0	923,0	920,6	926,4
saldo		-6,3		-6,9		-0,9		5,8

Uit de tabel hierboven blijkt dat we in de jaren 2021 t/m 2023 een begrotingstekort verwachten. Alleen in 2024 verwachten we een overschot. Als de tekorten zich voordoen, zullen we ze moeten afdekken uit de buffer.

Toelichting kostensoorten in de begroting

In de totaalbegroting zijn per activiteit kostensoorten opgenomen. Een activiteit laat zien waaraan we
geld uitgeven. Een kostensoort laat zien wat voor uitgaven we doen en wat voor inkomsten we krijgen.

Voorbeelden van kostensoorten zijn loonkosten, subsidies en uitkeringen. Voorbeelden van inkomsten zijn belastingen, subsidies en grondverkopen.

In de tabel hieronder is de begroting per kostensoort te zien. Ook geven we per kostensoort een korte toelichting.

Begroting per kostensoort

bedragen x € 1 miljoen
kostensoort	lasten 2021	baten 2021	lasten 2022	baten 2022	lasten 2023	baten 2023	lasten 2024	baten 2024
a.loon	145,6	0,2	145,4	0,2	145,6	0,2	145,6	0,2
b.inhuur	9,4	0,0	7,6	0,0	6,5	0,0	6,4	0,0
c.subsidie	105,3	0,0	103,7	0,0	104,2	0,0	104,4	0,0
d.opdrachten	66,1	0,0	47,1	0,0	48,3	0,0	42,4	0,0
e.beheer	29,4	0,0	36,3	0,0	37,8	0,0	37,9	0,0
f.uitkeringen	264,3	4,9	273,1	4,9	272,3	4,9	260,1	4,9
g.inkoop en overig	40,6	0,0	53,5	0,0	53,2	0,0	47,2	0,0
h.doorbelasting	2,9	0,2	-3,1	0,2	-4,3	0,2	-6,0	0,2
k.subsidieontvangst	0,0	560,9	0,0	572,0	0,0	587,7	0,0	590,9
l.belasting	3,7	116,2	3,7	118,6	3,6	120,5	3,6	122,6
m.grond	0,0	138,3	0,0	130,4	0,0	123,7	0,0	125,8
n.overige baten	0,0	60,4	0,0	60,9	0,0	54,0	0,0	49,3
o.rente	12,9	1,8	12,0	2,4	10,4	2,7	9,4	3,1
p.afschrijving	23,1	0,0	24,3	0,0	25,2	0,0	27,3	0,0
q.onderhoudsvoorz.	11,4	0,0	11,5	0,0	11,5	0,0	11,6	0,0
r.voorziening	11,2	0,0	9,7	0,0	11,6	0,0	8,2	0,0
s.alg. reserve	0,0	8,3	0,0	2,0	0,0	0,2	0,0	0,2
t.reserve	34,7	89,3	32,9	36,1	25,9	27,4	24,3	27,7
u.kap. reserve	23,6	1,3	11,0	1,3	9,1	1,3	11,2	1,3
v.algemene kosten	204,2	0,0	167,4	0,0	163,1	0,0	186,9	0,0
totaal	988,2	981,9	936,1	929,2	924,0	923,0	920,6	926,4
saldo		-6,3		-6,9		-0,9		5,8

Toelichting kostensoorten

loon

Dit zijn de salariskosten van personeel. In principe gaat het om personeel met een aanstelling. Het kan ook gaan om inhuur van medewerkers op een vaste functie.

inhuur

De kosten van extern personeel dat wij inhuren. Bij sommige activiteiten houden we een flexibele schil aan. Ook worden taken als de afvalinzameling grotendeels uitgevoerd door ingehuurd personeel. Ook huren we in voor tijdelijke programma’s en projecten.

subsidie

Dit is geld wat wij aan instellingen geven om een gemeentelijke taak uit te voeren. In de subsidiebeschikking staat waaraan de instelling het geld mag uitgeven. De taken waar het meeste geld heen gaat zijn: kunst en cultuur, de bibliotheek, welzijn, gezondheidszorg, openbaar vervoer, de veiligheidsregio en de sociale werkvoorziening.

opdrachten

Dit zijn werken in de openbare ruimte. Deze kosten worden vooral gemaakt in de grondexploitatie

beheer

Dit zijn kosten die we maken voor het beheer en onderhoud van onze stad, voorzieningen en panden. Het gaat om planmatig onderhoud, dagelijks onderhoud, het herstellen van schade en schoonmaakonderhoud.

uitkeringen

Dit zijn uitkeringen die wij geven aan inwoners en instellingen. Het kan gaan om uitkeringen in geld en in vorm van zorg en voorzieningen (natura). Grootste uitkeringen zijn: de bijstand, de jeugdhulp en de Wmo

inkoop en overig

Dit is een verzameling van kosten. Het gaat om kosten die we aan andere partijen betalen. Zoals verwerkingskosten van afval, verzekeringen, elektriciteit, servicecontracten, advieswerk, opleiding en nog veel meer.

h. doorbelasting

Dit zijn kosten die we in de begroting toedelen aan meerdere activiteiten. Het gaat vooral om overhead en personeelskosten die we toerekenen aan taken die we betalen uit inkomsten van derden. Belangrijkste voorbeelden zijn de grondexploitatie en het Fonds verstedelijking Almere.

k. subsidieontvangst

Dit is geld dat wij ontvangen andere overheden. De meeste inkomsten ontvangen wij via het gemeentefonds. Ook krijgen we geld voor de bijstand het openbaar vervoer en uit de verkoop van grond van het Rijk in Oosterwold.

l. belasting

Dit zijn de belastingen die wij ontvangen, maar ook die wij zelf betalen. Het gaat om bijvoorbeeld de onroerendezaakbelasting, toeristenbelasting, afvalstoffenheffing, rioolheffing, WABO-leges en de parkeerbelasting

m. grond

Dit zijn inkomsten uit de verkoop, verpachting en gebruik van grond. Grootste inkomsten zijn de grondverkopen in de grondexploitatie. Maar ook het verkoop van grond voor tuinvergrotingen, verpachting van grond en reclame uitingen in de stad vallen hieronder.

n. overige baten

Dit zijn vooral inkomsten uit verhuur en de parkeergarages. Ook dividenden en overige inkomsten vallen hieronder.

o. rente

Dit is de rente die wij betalen en ontvangen over onze leningen. We rekenen deze rente toe aan alle investeringen die wij hebben gedaan. Voorbeelden zijn aankoop en bewerking van grond, schoolgebouwen, parkeergarages, gebouwen voor sport, cultuur en bibliotheek en auto’s en vuilniswagens.

p. afschrijving

Wij investeren in voorzieningen. Voorbeelden zijn, schoolgebouwen, parkeergarages, gebouwen voor sport, cultuur en de bibliotheek en auto’s en vuilniswagens. De investeringskosten verdelen we over alle jaren dat we de voorziening gebruiken. Dit noemen we afschrijven.

q. onderhoudsvoorziening

Kosten voor groot onderhoud doen zich één keer in een lange periode voor. Hiervoor sparen we ieder jaar geld in een voorziening. Het gaat om groot onderhoud van al ons vastgoed en de riolering.

r. voorziening

Voor uitgaven in de toekomst sparen we geld in een voorziening. Het gaat bijvoorbeeld om kosten voor de gebiedsontwikkeling Oosterwold. Maar ook om de kosten van pensioen en wachtgeld van voormalig wethouders. Ook houden we geld apart voor inwoners die hun belastingen niet (kunnen) betalen.

s. algemene reserve

Dit zijn onze spaarpotten. We halen geld uit deze reserves om onze tekorten te dekken. We stoppen geld in deze reserves om onze buffer voor tegenvallers aan te vullen.

t. bestemde reserve

Dit zijn potten met geld waaruit beleid en investeringen worden betaald. De grootste reserves zijn het Fonds verstedelijking Almere, de reserve Floriade het Fonds stedelijke vernieuwing en het MIPA.

u. kapitaallasten reserve

Dit is een pot met geld waaruit we kapitaallasten van investeringen betalen. Het gaat om vervangingsinvesteringen in de stad. Maar ook om investeringen in infrastructuur en bijvoorbeeld projecten van het Fonds Verstedelijking Almere. Het geld wordt in de reserve gestort en in latere jaren eruit gehaald om de kapitaallasten te betalen.

v. algemene kosten

Dit zijn kosten die we niet hebben toegedeeld. Het kan gaan om stelposten. Dit zijn reserveringen en onverdeelde budgetten in de begroting. Maar het zijn ook kosten die we nog beter kunnen toedelen.