Inleiding
Gevormde reserves
De gemeente heeft eind 2019 circa € 396 miljoen aan reserves. Eind 2021 hebben we naar verwachting € 329 miljoen aan reserves. Onze reserves nemen af doordat:
- We tekorten hebben in de jaren 2020-2022
- We uit reserves beleid betalen dat al is vastgesteld.
Reserves kunnen worden ingedeeld in:
- bestemde reserves (grijs),
- risico reserves (oranje),
- buffer (blauw).
De buffer en de risicoreserves zijn samen de algemene reserves van de gemeente Almere.
Reserves
bedragen x € 1 miljoen
De risicoreserves zijn bedoeld om de verwachte verliezen af te dekken.
Een verwacht verlies is iets waarvan je denkt dat het gaat gebeuren, maar je kan geluk hebben dat het meevalt, of pech dat het tegenvalt. Dit noemen wij in ons huidige beleid 'risico’s'. Als de hoogte van de risicoreserves lager is dan de risico’s hebben we naar verwachting onvoldoende middelen om verliezen in de toekomst op te vangen.
We hebben totaal € 360 miljoen aan risico’s.De helft hiervan, € 180 miljoen, zijn risico’s waardoor we minder winst maken op gebiedsontwikkeling. We houden in de begroting vooraf geen rekening met deze winst. Voor deze risico’s is daarom geen risicoreserve opgenomen. Ook hebben we € 180 miljoen aan risico’s die wel tot tekorten leiden. Risico’s doen zich nooit allemaal tegelijk voor. We maken daarom een inschatting van de kans dat een risico zich voordoet. Het risico en de kans worden met elkaar vermenigvuldigd. Dit leidt tot het risicobedrag van € 95 miljoen.
Het geld uit de buffer is bedoeld voor onverwachte verliezen.
Een onverwacht verlies is iets waarvan je denkt dat het niet zal gebeuren, maar je kunt het zeker niet uitsluiten. Eén belangrijk onverwacht verlies is dat er een nieuwe financiële crisis komt. De grondverkopen kunnen dan vertragen en grondprijzen kunnen gaan dalen. We hebben voor gebiedsontwikkeling risico’s opgenomen voor deze effecten. Als er een crisis komt kan de grondverkoop nog verder vertragen en de prijzen nog verder dalen. We hebben een scenario gemaakt van de mogelijke verliezen. De extra verliezen zijn berekend op maximaal € 42 miljoen. Hiervoor dient een buffer beschikbaar te zijn.
We verwachten dat er eind 2022 € 22,7 miljoen in de buffer zit
Het verloop van de buffer is als volgt:
bedragen x € 1 miljoen | |||||
---|---|---|---|---|---|
toelichting | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
beginstand buffer per 1 januari | 42,1 | 35,8 | 29,5 | 22,7 | 21,7 |
perspectief | -6,3 | -6,2 | -6,9 | -0,9 | 5,8 |
buffer na begroting | 35,8 | 29,5 | 22,7 | 21,7 | 27,5 |
Begin 2020 zat er € 42 miljoen in de buffer. Bij deze begroting stellen we voor € 7 miljoen extra uit de buffer te halen. Er zit eind 2022 hierdoor nog € 22,7 miljoen in de buffer.
We stellen ons tot doel dat er eind 2022 € 60 miljoen in de buffer zit
In het coalitieakkoord is afgesproken dat de buffer aan het einde van de coalitieperiode een omvang heeft van € 60 miljoen. Zoals het er nu uitzit komen we tot € 22,7 miljoen. Dit bedrag kan nog hoger worden door de winstafdracht van het grondbedrijf over het boekjaar 2020.
We hebben € 195 miljoen aan gespaard geld waar kosten tegenover staan
Hiervan zijn € 16 miljoen verwachte uitgaven van het grondbedrijf. Dit zijn bijvoorbeeld extra uitgaven voor parkeren en (sport)voorzieningen in Almere Poort.
Ook hebben we € 179 miljoen gespaard binnen andere potten. Hierdoor lijkt het alsof we veel geld hebben om financiële tegenvallers op te vangen. Dit is niet zo, omdat we nu al weten dat we dit geld moeten uitgeven aan:
- € 145 miljoen is voor het betalen van afschrijvingskosten van investeringen
- € 15 miljoen is voor projecten uit het Fonds Verstedelijking Almere (FVA)
- € 8 miljoen is voor infrastructuurinvesteringen
- € 11 miljoen voor diverse andere uitgaven zoals beheer van de stad, Wmo, verkiezingen en stedelijke vernieuwing.
Structurele risico's in de begroting
We hebben nog geen afspraken gemaakt over hoe we omgaan met structurele risico’s. Dit betekent dat we geen buffer hebben om structurele verliezen op te vangen. Bij structurele verliezen moeten we, net zoals andere gemeenten, bezuinigen. De belangrijkste structurele risico’s zijn:
- Volumegroei en invullen van taakstellingen in het sociaal domein van circa € 11 miljoen
- Invoering van de Omgevingswet en de wet private kwaliteitsborging van circa € 3 miljoen
- Bezuinigingen van het Rijk door een economische crisis waardoor onze inkomsten ook afnemen
We hebben voor het sociaal domein een risicoreservering opgenomen van € 5,3 miljoen. Dit is een reservering voor als de bezuinigingen met één jaar vertraging worden doorgevoerd. We hebben geen buffer voor als de kosten in het sociaal domein structureel hoger zijn. Ook voor de invoering van Omgevingswet hebben we alleen geld gereserveerd om tijdelijk lagere inkomsten of hogere kosten te kunnen betalen.
Verder is er het risico dat het Rijk gaat bezuinigen om haar begrotingstekort te verkleinen. Gemeenten ontvangen dan ook minder geld. Een inkomstendaling van 1% kost ons ruim € 2 miljoen. We hebben vanaf 2022 ongeveer € 4,5 miljoen per jaar gereserveerd om lagere inkomsten uit het gemeentefonds op te vangen. We houden in 2022 rekening met een groei van ruim 3%. Als de Rijksuitgaven vanaf 2022 niet meer groeien hebben we dus een nadeel van minimaal € 1,5 miljoen.
We willen ons structurele begrotingsoverschot vasthouden als buffer voor structurele risico’s
We hebben grote onzekerheden in de begroting. Hiervoor is geen buffer beschikbaar. Daarom willen we het structurele begrotingsoverschot nog niet in onze begroting inzetten. We zijn bang dat we ons dan rijk rekenen met geld wat er niet komt.
Effecten coronapandemie
In het voorjaar van 2020 kreeg Nederland te maken met de gevolgen van de coronapandemie. De gevolgen voor de gemeente zijn ingrijpend. In 2020 verwachten we € 10,8 miljoen aan extra kosten. We krijgen € 9,3 miljoen van het Rijk om de kosten te betalen. Vanaf 2021 verwachten we ook nog voor € 1,4 miljoen aan extra kosten. Hiervoor krijgen we € 1,9 miljoen van het Rijk. Misschien komen er in 2021 nog meer kosten bij. Dit weten wij nu nog niet. Dit hangt bijvoorbeeld af van:
- de impact van de tweede golf
- wanneer er een vaccin is
- en welke maatregelen de overheid (lokaal) doorvoert.
Dat zijn de uitgaven, waarvan we zeker weten dat die zullen komen. Maar er zijn ook nog risico's van bijna € 10 miljoen.
Om de risico’s te bepalen hebben we gekeken naar:
- de kosten die zich in 2020 voordoen
- de scenario’s van het Centraal Planbureau (CPB)
- de risicoanalyse van andere gemeenten
We hebben de volgende risico’s opgenomen:
bedragen x € 1.000 | |||
---|---|---|---|
risico's | risico | kans | reservering |
lagere inkomsten | 4.417 | 47% | 2.060 |
hogere kosten | 5.250 | 25% | 1.300 |
inkomsten Rijk | p.m. | p.m. | |
bezuinigingen Rijk | p.m. | p.m. | |
totaal | 9.667 | 35% | 3.360 |
Voor deze risico's reserveren wij € 3,4 miljoen. Hiervoor hebben we nog geen compensatie gekregen van het rijk.
Andere gemeenten hebben ook risico's voor corona opgenomen
Dit weten we omdat we een korte rondvraag hebben gedaan bij een aantal grote gemeenten. Het risico dat deze gemeenten opnemen voor corona ligt in lijn met ons risico. Bij de meeste gemeenten is het risico iets hoger. Vergelijken is lastig. We weten bijvoorbeeld niet welke tekorten deze gemeenten hebben opgenomen. We hebben de vergelijking vooral gebruikt om te kijken of we geen risico's missen. Dit is niet het geval.
De andere gemeenten geven ook aan dat het lastig is om bedragen te koppelen aan de risico's. Onduidelijk is hoe lang de pandemie nog duurt. Ook is onduidelijk of het Rijk kosten door corona blijft compenseren en of het Rijk gaat bezuinigen.