In het coalitieakkoord "Een Frisse Start 2020-2022" is afgesproken dat we de helft van de winst uit het grondbedrijf met een minimum van 10 miljoen euro sparen. Dit hebben we tot nu toe niet altijd gedaan. Om te voldoen aan het spaardoel van € 60 miljoen moeten we de komende twee jaar nog € 28 miljoen sparen. Dit is om een gezonde buffer te hebben als zich tegenvallers voordoen.
Onder andere door de coronacrisis gaat het ons niet lukken om de buffer aan te vullen tot het spaardoel van € 60 miljoen in 2022. Zoals u hierboven heeft kunnen lezen voeren we de komende jaren ook stevige bezuinigingen door. Dit zorgt ervoor dat we minder geld uit de buffer halen. De buffer staat eind 2022 op ongeveer op € 23,7 miljoen. Hier zitten nog niet de winsten van het grondbedrijf van 2020 of later in. Voor 2020 denken we dat we winst kunnen maken. Voor latere jaren is het heel onzeker of we winst gaan maken.  

Dit betekent dat alle structurele activiteiten met structurele inkomsten kunnen worden betaald. Zo houden we de begroting betaalbaar, ook voor onze opvolgers. We vinden dit een belangrijk uitgangspunt. Daar sturen we op. We informeren u hierover via de begroting en de perspectiefnota.

In de jaren 2020, 2021 en 2022 hebben we een reëel begrotingstekort. Dit komt doordat:

• We  per jaar ruim € 6 miljoen meer uitgeven dan dat er binnen komt.
• we de bezuinigingen niet volledig in de eerste jaren kunnen doorvoeren
• we hierdoor tijdelijke maatregelen nemen om de structurele lasten te betalen. Het gaat bijvoorbeeld om een eenmalige bezuiniging op het beheer en onderhoud en het inzetten van het overschot op de bijstand.

In de tabel hieronder is het reële begrotingsresultaat opgenomen.

bedragen x € 1 miljoen

In de bijlage: “overzicht incidentele en structurele baten en lasten ” lichten we het reële begrotingsresultaat verder toe.